Soms word je stil van wat een groep toegewijde professionals samen kan bereiken. Dat gevoel overviel me toen ik voor het eerst de herziening van de richtlijn Tinnitus onder ogen kreeg. Wat een enorme berg werk is er verzet. Het is het resultaat van jarenlange inspanning door audiologen, KNO-artsen, psychologen en andere betrokkenen. Stuk voor stuk hebben zij met precisie en toewijding bijgedragen aan een richtlijn die recht doet aan de complexiteit van tinnituszorg.
Ik stel me voor hoe onderzoekers zich hebben verdiept in de nieuwste wetenschappelijke inzichten, hoe zij eindeloos hebben vergaderd, gediscussieerd en afgewogen. Hoe zij telkens opnieuw de vraag hebben gesteld: “Wat weten we écht? Wat werkt, en wat niet?” Dit soort processen vraagt om geduld, toewijding en, bovenal, samenwerking. En juist die samenwerking speelt een cruciale rol in wat nu bereikt is.
Tinnituszorg vraagt om verbinding. Het is een multidisciplinair vraagstuk dat alleen kan worden aangepakt als alle schakels in de keten met elkaar samenwerken. Van audiciens en audiologen tot KNO-artsen en psychologen, maar ook organisaties zoals Stichting Hoormij. Samen vormen zij een netwerk waarin patiënten niet verdwalen, maar de zorg krijgen die ze nodig hebben. Het is inspirerend om te zien hoe deze netwerkzorg nu ook in de richtlijn wordt weerspiegeld.
Wat deze herziening zo waardevol maakt, is dat het de mens achter de klacht centraal stelt. Tinnitus is veel meer dan een geluid in je hoofd. Het kan mensen raken in elke vezel van hun leven. Het vraagt daarom om maatwerk, om een multidisciplinaire, stapsgewijze aanpak waarin per individu wordt gekeken welke zorg nodig is. Voor de een betekent dat geluidsverrijking of gehoorherstellende therapie, voor de ander psychologische begeleiding. Het draait om de juiste zorg, op het juiste moment, voor de juiste persoon.
Een belangrijke ontwikkeling is dat de richtlijn nu ook verder kijkt dan alleen gehoor-gerichte behandelingen. De module over ACT (Acceptance and Commitment Therapy) is bijvoorbeeld nog in ontwikkeling, maar wordt al aangekondigd als een veelbelovende aanvulling. ACT helpt mensen om niet tegen hun tinnitus te vechten, maar om een andere relatie met hun klachten op te bouwen. Het gaat om acceptatie, om veerkracht, en om het hervinden van de regie over je eigen leven. Het feit dat deze aanpak straks een vaste plek krijgt in de richtlijn, laat zien hoe breed en vooruitstrevend deze herziening is opgezet.
Het werk aan deze richtlijn is nog niet af. Sommige submodules, zoals die over ACT, mindfulness en cognitieve gedragstherapie, worden komend jaar verder uitgewerkt. Dat betekent dat er in de toekomst nog meer waardevolle inzichten zullen worden toegevoegd. Maar wat er nu al staat, is iets om ongelooflijk trots op te zijn.
Ik kan niet genoeg benadrukken hoe bijzonder het is dat zoveel mensen en instituten aan deze herziening hebben bijgedragen. Het Kennisinstituut heeft het proces begeleid, maar het is dankzij de samenwerking binnen het veld dat dit resultaat mogelijk is geworden. Het laat zien dat we in Nederland niet alleen kennis hebben, maar ook de bereidheid om die kennis te delen en te bundelen voor betere zorg.
Deze herziening voelt als een mijlpaal. Het is een symbool van samenwerking, expertise en de drang om mensen te helpen. Tinnitus mag dan een complex en soms overweldigend probleem zijn, maar deze richtlijn laat zien dat er altijd vooruitgang mogelijk is.
Ik ben trots op wat we samen in Nederland hebben bereikt. En nog trotser op wat er dankzij deze richtlijn mogelijk wordt voor patiënten. Want daar doen we het uiteindelijk voor.
Comentarii