Tussen stilte en lawaai: inzichten vanaf de eerste congresdag NVKF Audiologie
- Art of Hearing | Dyon Scheijen
- 6 jun
- 5 minuten om te lezen

Wat leert de pimpelmees ons over horen?
Dat horen meer is dan geluid opvangen. Het gaat over aandacht. Afstemming. Aanpassing. De pimpelmees laat zien dat luisteren actief is - en dat we soms pas echt horen wanneer we stilstaan bij wat ons raakt.
De eerste congresdag
“Hoortoestellen zijn geen luxe middelen. Het zijn hulpmiddelen die keihard nodig zijn om te leven.”
Die zin bleef hangen. Omdat hij precies verwoordt wat vandaag onderhuids zichtbaar werd: geluid gaat niet alleen over techniek, maar over leven. Over verbinding, over kwaliteit van bestaan.
Vandaag was de eerste congresdag van de NVKF sectie audiologie - de Nederlandse Vereniging voor Klinisch Fysici. Ik vertrok al voor dag en dauw, en nu ik dit schrijf is het al bijna nacht. Fluisterend, zachtjes, probeer ik samen te vatten wat me raakte vandaag. Het hotel is erg gehorig. Bang om de buren uit hun slaap te houden.😊
Het was een dag die nog lang in mij zal nazinderen.
Een dag vol diepte en urgentie
De ochtend begon met bekende gezichten voor mij én verrassende inzichten. Een blok over tinnitus kreeg bijzondere aandacht. Professor Pim van Dijk, een zeer gewaardeerde collega, inmiddels richting pensioen, presenteerde nog één keer baanbrekend werk. Met zijn onderzoek toont hij aan dat specifieke receptoren in de cochlear nucleus van het brein mogelijk verantwoordelijk zijn voor het al dan niet ervaren van tinnitus. Een belangrijke stap, want het opent de deur naar mogelijke farmacologische oplossingen.
En toch - hoe indrukwekkend ook - blijft het voor mij de vraag: gaat het hier over het geluid of over de last? Want de meeste mensen met tinnitus hebben geen last van het geluid, maar van wat het geluid met hen dóet. De beleving is complexer dan decibellen of neuronen. Het vraagt een bredere kijk. Een die ook psychologische flexibiliteit, acceptatie en betekenis meeneemt.
Pulsaties van een hart
Een andere presentatie kwam van Sander Ubbink, klinisch fysicus audioloog in Groningen. Ik ken Sander nog van de opleiding in Maastricht. Hij is inmiddels op het gebied van tinnitus gepromoveerd, onder supervisie en promotor Pim van Dijk. Sander presenteerde innovatief werk rondom pulsatile tinnitus - een vorm waarbij mensen hun hartslag in het oor horen, veroorzaakt door bloedstromen dicht bij het gehoororgaan. In plaats van risicovolle invasieve testen ontwikkelde hij een slimme methode met een microfoon en hartslagmeter. Daarmee kan hij bepalen of er een verhoogde kans is op vaatproblemen die het geluid verklaren. Veilig, elegant en patiëntvriendelijk.
Hersenimplantaten en verwachtingsmanagement
Ook werd er gesproken over de ABI, de Auditory Brainstem Implant. Een risicovolle ingreep die bij sommige mensen perspectief biedt, maar ook vraagt om realistisch verwachtingsmanagement. Want wát als het geluid terugkomt, maar de verstaanbaarheid uitblijft? Hoe begeleiden we dan de hoop én de teleurstelling?
Patiënt of consument?
De middag bracht een pittige paneldiscussie over de buitencategorie hoortoestellen. Vertegenwoordigers van auditieketens, Stichting Hoormij NVVS en voormalig collega Martijn van Vechel, hoofd audiologie eveneens namens een audicienketen deelden hun inzichten. Het ging over meer dan marktwerking. Over de vraag: Wanneer wordt een medisch hulpmiddel gezien als luxe? Of wanner is het noodzaak?
Een van de panelleden zei: “Een hoortoestel is niet als een auto. Mensen kiezen geen merk om de status. Ze kiezen een toestel om weer beter te kunnen leven.”
Een beenprothese is in de volwassenrevalidatie essentieel voor mobiliteit. Zo is een hoortoestel bij gehoorverlies geen luxemiddel, maar een fundamenteel hulpmiddel. Een brug naar het leven zelf. Naar gesprekken, werk, liefde. Naar zingeving.
We mogen dit debat niet technocratisch voeren. Want achter elk toestel zit een mens. En achter elke regeling een samenleving. Dat debat is nog lang niet ten einde.
Als de mens de natuur overstemt
De avondlezing bracht ons buiten onze gebruikelijke focus. Professor Hans Slabbekoorn nam ons mee in de akoestiek van de dierenwereld. Van vogels tot vissen, van oerwoud tot oceaan. Hij liet zien hoe lawaai van mensen - vooral rondom vliegvelden en steden -invloed heeft op het gedrag en het gehoor van dieren.
Bij een onderzoek onder vogels rondom het vliegveld van Manchester bleek dat blootstelling aan geluidsniveaus boven de 100 decibel leidde tot gehoorverlies. En ja, vogels hebben haarcellen die regenereren, iets waar wij mensen alleen maar van kunnen dromen. Maar ondanks dat die haarcellen van vogels herstellen roept het de vraag op: Hoeveel verstoren wij zonder het te beseffen?
Luisteren met inspanning
Tijdens het avonddiner zat ik samen aan tafel met René van Schaik, een van de pendelleden. René is zelf ernstig slechthorend, draagt hoortoestellen en maakt gebruik van solo-apparatuur.
We zaten in het restaurantgedeelte van het congresgebouw, omringd door zo’n honderd audiologen - en de akoestiek was verre van optimaal. Het geroezemoes, het bestek, de stemmen: het geluid om ons heen was overweldigend.
Ik gebruikte de app SoundPrint om de geluidsniveaus te meten. Die kwam uit op boven de 85 decibel. Achteraf gezien had ik graag mijn oordoppen bij me gehad. Die hadden de spraak-ruisverhouding voor mij aanzienlijk kunnen verbeteren. René kon dankzij zijn solo-apparatuur het gesprek toch blijven volgen, maar de intensiteit van het luisteren tekende zich zichtbaar af op zijn gezicht.
Niet alleen bij hem - ook bij de jonge collega’s tegenover ons was het voelbaar. Luisteren vraagt energie. Zeker in zulke omstandigheden. We voelden aan elkaar dat de inspanning die avond zijn tol eiste. En dat zegt iets wezenlijks over ons vak. Want wie zelf ervaart hoe vermoeiend luisteren kan zijn, begrijpt des te beter hoe essentieel goede hulpmiddelen én een toegankelijke luisteromgeving zijn.
Reflectie
Donderdagochtend vertrok ik dus al vroeg met de trein naar de eerste congresdag van de NVKF Audiologie. Het was nog donker toen ik van huis ging. Het eerste stuk moest ik buiten lopen en juist in die stilte viel het me op: de vogels waren al wakker. Hoog boven me klonk het scherpe, heldere geluid van, wat nu blijkt, een pimpelmees. Ik luisterde ernaar zoals je luistert naar iets gewoons. Ochtendgeluid. Vogelgezang.
Wat ik op dat moment niet wist, was dat diezelfde pimpelmees later die dag opnieuw zou opduiken - in een totaal ander licht. Pas tijdens de avondlezing van Hans Slabbekoorn, toen het congres ten einde liep en de stilte van de nacht weer dichterbij kwam, werd duidelijk hoe bijzonder dat ochtendlijke moment eigenlijk was.
Want wat ik sowieso ook geleerd heb, vogels fluiten niet zoals wij fluiten. Ze gebruiken geen stembanden of lippen, maar kleine membraantjes diep in hun borstkas.
En nog opvallender: vogels passen hun geluid aan. Aan ons. Aan het lawaai dat wij als mensen maken - van verkeer, steden, vliegvelden. In drukke gebieden verhogen of zelfs verlagen ze hun frequentie, simpelweg om nog gehoord te worden.
Die pimpelmees in de vroege ochtend zong dus niet zomaar. Hij reageerde. Paste zich aan.
En dat ene moment op weg naar de trein kreeg aan het eind van de dag een andere lading. Het werd een spiegel van de dag zelf: vol luisteren, verwondering en bewustzijn. Over hoe geluid ons vormt. En hoe wij het leven van anderen - zelfs dat van vogels - beïnvloeden, vaak zonder dat we het doorhebben.
Wat me raakt is de onderliggende rode draad van vandaag: techniek is slechts één kant van het verhaal.
Of het nu gaat over tinnitus, hersenimplantaten of hoortoestellen, of zelfs het gechirp van vogels, we kunnen blijven inzoomen op systemen, op het oor, op de zenuw, op details. Maar als we niet luisteren naar wat het geluid doet met mens of dier, missen we de kern van wat er echt toe doet.
We moeten het gesprek verbreden. Vanuit menselijkheid. Vanuit verbinding. En misschien zelfs: vanuit verwondering voor alles om ons heen.
De verwondering van de kracht van de natuur. Van vogels die zich aanpassen aan rumoerige omgevingen. Die hun frequenties verleggen als het verkeer harder klinkt. Die zich hoorbaar maken in een veranderend landschap.
Vandaag werd ook duidelijk: vogels fluiten niet zoals wij fluiten. Het geluid ontstaat niet via lippen of stembanden, maar via vibraties van kleine membraantjes in borstkas of keel. Geluid als trilling. Als vorm van leven.
Dus ja - laten we blijven luisteren. Naar elkaar. Naar het lichaam. Naar de natuur. Want horen is meer dan alleen de oren. Het is de brug naar wie we zijn - met elkaar, in deze wereld vol geluid.
Comments